Emoties zijn de startmotor van gedragsverandering. Voor de start van die gedragsverandering is er dus een verhoging van de emotionele temperatuur nodig. Het maakt het niets uit of die emotionele verhoging ontstaat omdat mensen er zin in krijgen (joepie, het gaat gebeuren) of dat mensen er buikpijn van krijgen (ah getver, het gaat gebeuren). Beide oplopende emoties voldoen prima als startmotor. Dat vinden mensen vaak verrassend.
Natuurlijk maakt het voor de individuele beleving wel degelijk uit. De een voelt zich blij, en enthousiast. De ander is chagrijnig en somber. Maar voor de verandering geldt: mensen komen in beweging als er geen andere keuze is. Of ze er nou van balen of blij van worden. De urgentie voor gedragsverandering kan dus uit twee bronnen komen, namelijk uit ambitie of uit noodzaak. Joepie of buikpijn. Beide soorten emoties zijn evengoed geschikt als startmotor voor de verandering.
- Urgentie uit ambitie: het gaat gebeuren want we willen niet anders
- Urgentie uit noodzaak: het gaat gebeuren want we kunnen niet anders.
Vanuit jouw rol als adviseur kun je, gezien jouw invloed, maar een soort urgentie maken. Namelijk de Joepie-variant. Je kunt enthousiasmeren en inspireren maar je kunt bijvoorbeeld geen opdracht geven. Het kan wel, maar als het team dan niets doet, kun je er niet op sturen dat ze het toch gaan doen. Daarbij is het ook veel effectiever als de manager het doet. Het is tenslotte de verandering van de manager en het team. Niet van jou.